Ruiterstraat 31
In 1953 begon de heer De Gans in Lange Steigerstraat 3 de Bommelse Werktuigenhandel. Het bedrijf werd in 1956 voortgezet op Ruiterstraat 31. Het was een gehuurd pand. Boven was kantoor en beneden magazijn. Vera Hopman werkte daar als secretaresse samen met mevrouw Rida van der Heijden. Haar latere man Kees Verhoeks was vertegenwoordiger. Het bedrijf handelde in gereedschappen (boren, vijlen e.d.) die smeden, loodgieters en centrale verwarmingsinstallateurs gebruiken.
In september 1962 kocht De Gans van dierenarts De Jong Ruiterstraat 14 en 16 (met de schuur in de Strikstraat). Voor die tijd huurde hij al de schuur van de familie De Jong omdat zijn werkplaats in Ruiterstraat 31 te klein was geworden.
Van 1960 tot 1972 woonde de familie De Gans in Ruiterstraat 16. Adrianus (Ad) de Gans was op 18-08-1908 in Ameide geboren. Uit zijn eerste huwelijk met Johanna Martina Boers (geboren in 1907 in Vinkeveen) werden twee kinderen geboren: Adriana Johanna (Adri) (1935) en Nicolena Francisca (Nicola), geboren in 1940. Bij zijn tweede partner, Vera G. Hopman, geboren 24-08-1927, werd één zoon geboren Arnaud de Gans (geboren op 11-09-1964).
De heer De Gans woonde later samen met Vera Hopman, aanvankelijk in Hedel. Voor hun relatie verbleef de heer De Gans in hotel de Gouden Molen in Rossum en Vera Hopman was in de kost bij de familie Kraker in de Koningstraat. Vera Hopman vertelt het familieverhaal.
Toen het echtpaar De Gans Ruiterstraat 16 betrok was het huis nog in een redelijk authentieke staat. Mevrouw De Gans moest huilen omdat ze van een modern huis in Hedel terecht kwam in een zeventiende eeuws huis in Zaltbommel. De salon was met hout betimmerd in lichtblauw en goud. Er was geen verwarming, geen gasaansluiting, de keuken was in de huidige studeerkamer van de familie Edens. Er lag zand op de vloer en alles was betengeld.
In de winter van 1960-1961 werd onder leiding van stadsarchitect Reekum (woonde ook een aantal jaren in de Ruiterstraat) de benedenverdieping uitgebreid verbouwd. Beneden was een gescheiden voor- en achterkamer. Je moest helemaal omlopen om van de ene in de andere kamer te komen. De muur tussen de twee kamers werd deels verwijderd en door middel van bogen werd er één ruimte van gemaakt. Tussen de bogen werd een grote schouw en open haard gebouwd. Achter het huis was door de familie De Jong een veranda gebouwd; deze werd vervangen door een serre. Naast de serre was een kleine loggia waar vogels werden gehouden.
De vloeren van de benedenverdieping waren zeer slecht. Door de familie De Gans werd een soort parketvloer (plaatjes hardboard bevestigd met koperen spijkertjes) aangelegd in de hele benedenverdieping. Kolenkachels werden vervangen door Alladins en andere oliekachels. In de badkamer werd een straalkacheltje geplaatst. Vanuit het huis was het mogelijk om op de hooizolder van de schuur te komen. Via een luik kon het veevoer indertijd voor de paarden naar beneden worden verplaatst. Er werden nieuwe planken op de hooizolder gelegd. De familie De Gans maakte vanuit het luik een trap naar beneden en er werd op zolder een soort bedrijfskantoortje gerealiseerd voor de mensen die in de fabriek en later in de garage werkten. Bijna al het personeel van de werktuigenfabriek heeft meegeholpen om het huis leefbaar te maken, vertelt Vera.
De tuin liep door tot de tuin van dokter Willemse in de Nieuwstraat (nummer 17). De Gans heeft bij deze achtergrens een rij bomen laten zetten. De grote beuk was er al. De tuin was een groot grasveld met een breed grindpad. Stukjes van de tuin zijn in die tijd afgestaan aan mensen in de Strikstraat die helemaal geen tuin hadden, vertelt Vera. De familie De Gans had geen tuinman. Ze hadden wel een werkster (Gonnie van Veen van de Veerweg, Remie van Meeteren van de Oenselsestraat, Jantje van Tuijl uit Gameren).
Ze hadden als huisdieren: een landschildpad, kippen, een hond en duiven (dhr. De Gans was lid van Carpe Diem).
Aanvankelijk handelde de heer De Gans alleen in gereedschappen. Ook reparaties van deze gereedschappen werden in de werkplaats uitgevoerd. Na enige tijd ging men zelf ook producten maken. In het begin waren dat houten gereedschapskisten, houten werktafels en andere attributen van hout. Het werd allemaal in elkaar getimmerd in de schuur behorend bij Ruiterstraat 16. Later werden er buiggereedschappen en elektrische buigmachines gemaakt en raakte het timmerwerk op de achtergrond. Er werden ook gereedschappen en machines gerepareerd.
In de Ruiterstraat en Strikstraat werkten een man of 12 (onder andere Wout Sabel, Jan van de Werken, Henk Merx) en vier mensen op kantoor en een vertegenwoordiger op pad. Vera de Gans beschrijft een persoonlijke sfeer in het bedrijf. Op Nieuwjaarsdag kwam al het personeel naar Ruiterstraat 16 voor een Nieuwjaarsborrel. Ze hadden dan voor iedereen appelflappen en oliebollen gebakken.
Naast de heer De Gans was de heer Hildo van Engen baas in het bedrijf. Hij woonde met zijn vrouw Corry Pauli naast De Gans op Ruiterstraat 14. Toen het bedrijf bleef groeien verhuisde de Bommelse Werktuighandel naar de Kokskampseweg 10. Het bedrijfspand werd op 27 april 1968 door wethouder Schaafsma geopend. Er werkten uiteindelijk ongeveer 40 mensen, voornamelijk Bommelaren. In de bloeitijd waren er vertegenwoordigingen van het bedrijf in Frankrijk, Duitsland en Italië.
Nadat het bedrijf naar de Kokskampseweg was verhuisd werd de schuur in de Strikstraat gebruikt als garage voor de bedrijfsauto’s. Ook was er een smeerput om de auto’s te repareren. Hans, de broer van Rida van der Heijden, was de automonteur van het bedrijf.
De heer De Gans was Nederlands Hervormd, Vera Hopman Rooms Katholiek. Zoon Arnaud zat bij de nonnen op de crèche (Ruiterstraat 8). De heer De Gans was lid van de VVD.
De bakker van de familie was Snoeck en voor lekkere dingen Dingemans in de Kerkstraat, slager was Tijssen in de Boschstraat, groenteboer Van Rangelrooy, melkboer Van Wijk in de Waterstraat, kruidenier Van der Flier op de Vischmarkt. Huisarts van de familie was dokter Brunsum.
In 1972 werd de heer De Gans ziek. Er werd kanker vastgesteld. Het bedrijf raakte stuurloos en in september ging de Bommelse Werktuighandel failliet. Een jaar daarvoor was Ruiterstraat 14 al verkocht aan Van Rossum, die het verhuurde aan Hugo van Neck en Paulette Willemse. Familie De Gans verhuisde naar de Prins Bernhardweg 13. De heer De Gans overleed op 8 augustus 1977.
Uit Reformatorisch Dagblad 15 december 1971, pag 3
METAALBEDRIJF DICHT IN ZALTBOMMEL
Alle 27 personeelsleden van De Gans nv te Zaltbommel zijn ontslagen, omdat het bedrijf in grote financiële moeilijkheden verkeert. Oorzaak van deze moeilijkheden is het feit dat de Ned. Middenstandsbank te Tiel het krediet dat De Gans bij deze bankinstelling had heeft opgevraagd. Eerder dit jaar zijn reeds dertien personeelsleden afgevloeid. Door gebrek aan middelen was de directie genoodzaakt voor de nog resterende werknemers een ontslagaanvraag in te dienen bij het Gewestelijk Arbeidsbureau. Voor de 27 werknemers waarvoor het GAB vrijdag een ontslagvergunning verstrekte is in overleg met de vakbonden bedongen dat de financiële nadelen verbonden aan het ontslag zullen worden opgevangen door de bedrijfsvereniging. Het waren allemaal weekloners aan wie het ontslag met inachtneming van een opzegtermijn van enkele weken kon worden aangezegd. Nu die termijn niet in acht Is genomen, komen de daaruit voortvloeiende nadelen voor rekening van de bedrijfsvereniging. Het onverhoedse ontslag levert de betrokkenen geen direct financieel nadeel op, zij het dan dat de WW-uitkering slechts 80 pct. van het normale inkomen bedraagt. Dhr. J. van Zuijdam, directeur van het Arbeidsbureau in Zaltbommel verklaarde dat er in Zaltbommel en omgeving nog steeds grote vraag is naar metaalarbeiders. De vakmensen van de Bommelse Werktuigenhandel zullen wel bij andere bedrijven in de buurt werk kunnen vinden is zijn verwachting.
Ruiterstraat 16 heeft toen enige tijd leeggestaan. Aanvankelijk wilde Laurentius (hij woonde in ‘Luis aan de ketting’) het pand kopen maar omdat er geen centrale verwarming en gas in zat zag hij er van af. Han en Carly Edens kochten het huis in 1978.
Ook Ruiterstraat 14 behoorde tot het bezit van de familie De Gans. Toen de familie De Gans op nummer 16 ging wonen, werd nummer 14 van hen gehuurd door de familie De Roock. Na het vertrek van deze familie werd het uitgewoonde pand enigszins opgeknapt en woonden er in 1963 de ouders van mevrouw De Gans, dhr. en mevrouw Hopman-Groen. Dhr. Hopman was oud politiecommissaris in Utrecht. Zij hebben er maar een jaar gewoond.
Bronnen
Gesprekken met mevrouw Vera de Gans-Hopman. November 2013
Gesprekken met Kees Verhoeks. Augustus 2014
Gesprek met Rida Verhoeks-Van der Heijden. December 2022
Foto’s en afbeeldingen uit collectie mevrouw De Gans-Hopman
December 2022