Ruiterstraat
portret van een straat
Wie wonen er nu
Wie woonden er vroeger
Familiegeschiedenissen
Achtergronden

Familie De Jong

Ruiterstraat 16

Van 1895 tot 1919 woonde de veearts Johannes de Vries in Ruiterstraat 16. Op 2 mei 1919 werd zijn praktijk overgenomen door de ook uit Friesland afkomstige dierenarts Djurre de Jong. Hij woonde met zijn gezin tot 1960 in dit huis.

De Jong was als dierenarts tijdens de eerste wereldoorlog gemobiliseerd en in de functie van paardenarts was hij gelegerd in en bij Zaltbommel. Omdat er vaak weinig te doen was assisteerde de jonge dierenarts af en toe bij de Zaltbommelse veearts Johannes (Hannes) de Vries. Na de mobilisatie nam De Jong het huis en de praktijk van De Vries over. Ruiterstraat 14 was op het moment van verkoop verhuurd aan dr. Roelof Benjamin de Boer, leraar aan de Rijks HBS in Zaltbommel (huurprijs 300 gulden per jaar!). Korte tijd later werd nummer 14 verhuurd aan de familie Van Hoogstraten en later aan de familie De Roock. Het zoldergedeelte van het koetshuis/schuur was voor 100 gulden per jaar verhuurd aan de boekdrukker Johannes Pieter Elemans.

 

Familie de Jong1

Zittend vlnr: Corrie de Jong (echtgenote van Max de Bie), Ruth Kylstra (echtgenote van Sjoerd de Jong), Sjoukje de Jong-Wichers, Annetje de Jong, Marjan de Jong, Djurre de Jong, Saskia de Jong, Sjoerd de Jong. Staand vlnr: Koosje (dienstbode), Esso de Jong en Max de Bie. Locatie achter Ruiterstraat 16 (1958)

 

Over De Vries vertelt Sjoerd de Jong (zoon van Djurre de Jong) een mooi verhaal. De Vries was de eerste bewoner van Zaltbommel die een auto had. Hij kocht op 2 oktober 1898 een motortricycle (automobiel). Met die aankoop behoorde hij ook landelijk tot de eerste 50 autobezitters. Technisch was hij echter niet zo handig. In één van de eerste ritten had hij de auto gestart maar kon hem niet meer stoppen. Noodgedwongen bleef hij maar rondjes rijden door de Strikstraat, Nieuwstraat, Boschstraat, Ruiterstraat en als hij langs zijn huis kwam riep hij: ‘Annemie, Annemie, waar is het boek?’. Het werd een gevleugeld gezegde in het gezin De Jong. Als er iets zoek was dan riep men: ‘Annemie, Annemie, waar is het boek?’

Djurre de Jong (1891-1976) was getrouwd met Sjoukje Wichers (1891-1976). Het echtpaar had drie kinderen: Sjoerd (1919-2017), Esso (1924-2013) en Corrie (geboren in 1926).

 

familie esso de jong

Esso, Djurre, Corrie, Sjoukje, Sjoerd de Jong

 

Dierenartsen in die tijd bemoeiden zich niet met kleine huisdieren, het ging altijd om medische problemen bij koeien, paarden, schapen en varkens. De dierenarts was dus een veearts. De Jong had dan ook geen praktijk aan huis. Sporadisch werd er wel eens een kater thuis gecastreerd maar dat gebeurde gewoon in de schuur. Het werk van de veearts was altijd bij de boeren aan huis. De Jong had vaste routes langs de dorpen en als er bij een bepaalde boer een krant voor het raam hing moest hij bij één van de boeren in de buurt een visite maken.

 

De eerste auto van veearts Djurre de Jong, een Renault met carbietlantaarns . Naast vader Djurre zit zoon Sjoerd de Jong. De auto staat in de Lange Strikstraat voor de garage (de stallen) van de Jong (1923)

 

Ook Djurre de Jong had een auto. Het was bij de eerste auto’s gebruikelijk om alleen een chassis te kopen en dan liet je zelf de opbouw maken. Bij de eerste auto van De Jong betekende dat een auto met veel hout, erg open, veel handels buiten de deur en carbietlantaarns.

Sjoerd ging vaak met zijn vader mee op bezoek bij de boeren in de Bommelerwaard. Hij was als oudste zoon zeer gesteld op zijn vader. Hij zat als kind vaak voor op de stang van de fiets en vanaf een jaar of tien reden ze samen paard. Van boeren uit de omgeving leenden ze paarden. Toen hij wat ouder was schaatste hij samen met vader de Elfstedentocht.

 

De tweede auto van de familie De Jong, een T Ford. De auto poseert voor Ruiterstraat 23-25-27. De foto is in spiegelbeeld afgedrukt (1926).

 

Sjoerd zat op de Rikkerschool en daarna ging hij naar de Rijks HBS (die toen nog vlak bij Opa’s gatje stond en in 1934 verhuisde naar de Van Heemstraweg). Leraren die hij zich nog herinnert zijn Zwaan (natuurkunde), Van Liere (Duits, zijn vrouw was huisarts in de Nieuwstraat), juffrouw Koolhaas (Engels) en juffrouw Nijssen (gaf geschiedenis maar was ook actief op school met onder meer toneelvoorstellingen). Na de middelbare school ging Sjoerd in Delft werktuigbouwkunde studeren. Later kwam hij in dienst bij Philips Eindhoven. Hij trouwde met de dochter van de huisarts uit Waardenburg, Ruth Kylstra (geboren 08-06-1926).

 

met zijn vader

Sjoerd met vader Djurre de Jong (omstreeks 1923)

 

Vrienden van Sjoerd waren: Robbie Knottebelt (woonde op de Ezel), Bertus Straatman (zijn moeder had een kroegje in de Walstraat), Kees Metz, Dik Paulussen (zoon van de hoofdonderwijzer van de Rikkerschool), Wiek Parren, Joop ter Braak, Güppertz (bijnaam ‘de kneup’).

De moeder van Sjoerd was niet zo gecharmeerd van vriendjes als Bertus Straatman. Hij werd geacht te spelen met  kinderen uit de betere milieu’s. Zo wilde moeder ook graag dat zijn zus Corry zich aansloot bij het meidenclubje ‘De Hanenbalken’ dat toneelavondjes organiseerde op de zolder bij de familie van Anrooij. Daar zaten de kinderen van van Lookeren Campagne, van Hoogstratem, Philips en andere notabelen. Corry werd tot verdriet van moeder niet toegelaten.

 

Mevrouw De Jong met Corrie op de arm en Sjoerd en Esso in de bokkewagen in de Strikstraat (1927)

 

Spelen en voetballen deden de kinderen op straat (er waren maar twee gezinnen met een auto in de straat, Van Hoogstraten en De Jong) en in de ‘Kindertuin’. Ze knikkerden bij de waterpomp op de Vismarkt, daar was een mooi kuiltje. Verder speelden ze haasje over en hinkelden op straat. Een keer was Sjoerd aan het piktollen voor de ingang van de Sint-Maartenskerk toen onverwacht Koningin Emma langs kwam om de kerk te bekijken. Als jongetje van vier maakte hij het laatste ritje mee van de paardentram. Kinderen werden als er sneeuw lag door dokter De Jong met hun sleeën achter de auto door de straten gereden, vertelde Tiny van Alphen.

 

de leraren

Leraren en leerlingen van de Rijks-HBS in 1936 met tweede van links op de voorste rij Sjoerd de Jong

 

Vrienden van de ouders van Sjoerd waren de huisartsenfamilie De Jong uit Rossum (waren ook Friezen), familie Van Hoogstraten, familie Van Lookeren Campagne, familie Pleyte die allemaal in de Ruiterstraat woonden. Dokter De Jong uit Rossum was ook de huisarts van de familie. Djurre de Jong was regent van de Wielewaal en het Bommels Gasthuis. Mevrouw De Jong was voorzitster van de bestuurscommissie van de huishoudschool. De familie De Jong behoorde niet tot een kerkgenootschap.

 

Sjoerd de Jong en Robbie Knottebelt aan de achterkant van Ruiterstraat 16 (1922)

 

De familie De Jong had een knecht die Koos Smit heette. Verder hadden ze twee dienstmeisjes, één voor zeven dagen in de week die in huis woonde, en één dienstmeisje voor overdag.

Middenstanders waar ze gebruik van maakten waren: Van Maren de kruidenier op de Omhoeken, groenteboer Van Boggelen op de hoek Gasthuisstraat-Boschstraat, bakker Dingemans in de Kerkstraat, melkboer Dorrestijn in de Kerkstraat. In de oorlog is Bommel flink beschoten, bewoners moesten evacueren. Dierenarts De Jong bleef in de stad. Door de inslagen, onder andere bij Ruiterstraat 14, sprongen bij veel mensen door de druk de weckflessen open. De Jong kon in allerlei woningen die niet goed waren afgesloten de inhoud van de weckflessen leegeten.

 

familie de Jong2

Vlnr: mevrouw De Jong-Wichers, Sjoerd de Jong, de heer De Jong, Corrie de Jong, Ruth Kylstra, Esso de Jong in de zitkamer van Ruiterstraat 16

 

Het huis van Ruiterstraat 16 had op de begane grond een voor- en een achterkamer met daarlangs een gang. De doorbraak tussen de twee kamers is na 1960 gemaakt door de familie De Gans. Op de vloer lagen kleden. De keuken was boven. Vanuit de keuken kon je in de schuur/paardenstal kijken. In de keuken werd gekookt op petroleumstellen, later op gas. Als je de trap op gaat was er meteen links de apotheek (ruimte boven de voorkamer). Rechtdoor, een paar trapjes naar beneden, was de slaapkamer van de ouders en nog verderop sliepen de kinderen. Eerst was er alleen op de grote slaapkamer van de ouders een bad, later kwam er een badkamer. Alle ruimtes werden verwarmd met kolenkachels.

 

met zijn moeder

Mevrouw De Jong met Sjoerd in de tuin (omstreeks 1922)

 

De Jong had beneden een veranda gemaakt als deel van de bijkeuken. Dit vormde de overgang van het huis naar de tuin. In de tuin was er een border en een groot grindpad. In het midden stond een imposante bruine beuk. Er was een poort naar de Strikstraat. Ouders waren geen tuinders. Kinderen konden ongestoord spelen in de tuin.

 

Sjoerd, Corrie en Esso de Jong (1928)

 

De schuur/paardenstal was er voor de opslag van kolen en andere spullen, het was ook de garage voor de auto (ook voor de Ford van buurman Van Hoogstraten) en de fietsen (ook van de familie Van Hoogstraten en later van De Roock). Er was ook nog een kleine stal waar soms enige tijd zieke paarden werden opgenomen. Ook de bok stond daar. Er waren nog ruiven waar de paarden vroeger het hooi uit aten. Ze hadden een bokje, een poes en een tijd lang een hond (Juno).

 

de heer en mevr de jong

De heer De Jong (1891-1976) en mevrouw De Jong-Wichers (1891-1976) tijdens hun 50 jarig huwelijksfeest

 

In september 1962 werd Ruiterstraat 14 en 16 (met de schuur in de Strikstraat) verkocht voor in totaal 60.000 gulden aan de heer De Gans. Voor die tijd huurde De Gans al de schuur van de familie De Jong omdat zijn werkplaats in Ruiterstraat 31 te klein was geworden.

 

 

Bronnen
Gesprekken met Sjoerd de Jong en Ruth Kylstra. januari 2014
Gesprekken met Idske Hoogeveen-de Jong, februari 2015
Foto’s particuliere collectie dhr en mevr De Jong-Kylstra
Esso de Jong. Overzicht geschiedenis Ruiterstraat 16 (van 1700 tot 1984). Eigen uitgave 1984. Prof. ir. Esso J. de Jong was bezig met voorbereidingen voor uitgave van een boek over Ruiterstraat 16. Helaas heeft hij dit niet kunnen afmaken. Hij is in 2013 overleden.

 

 

April 2020