Ruiterstraat 14
Van 1678 tot 1726 woonde in Ruiterstraat 14-16 de familie Mackay (ook wel geschreven als Mackaij, Macqaij of Mackay). De schot Hugh Hughzn Mackay of Scourcy (1640-1692) was getrouwd met Clara de Bije (1640-1719). Clara was de dochter van Arent Jantz de Bije (1604-1652), heer van Wayenstein, en Margriet Bicker-van Amstel (1613-1678).
Hugh en Clara hadden vijf kinderen: Hugh (1681-1708), Margaretha (1683-1748), Anna Barbara (1684-1743), Arnolda (geboren 1686) en Maria (1686-1723).
Clara kwam uit een regentenfamilie die generaties lang eigenaar en bewoner was van Ruiterstraat 14-16 en omliggende panden.
Hugh Mackay was een beroepsmilitair die diende in het leger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Daarvoor was hij in dienst geweest van het leger van Engeland en het leger van de Republiek Venetië.
Hij is vooral bekend geworden toen hij in dienst was van stadhouder Willem III die in 1689 naar Engeland was gehaald nadat de Engelse koning was afgezet. Willem III werd uitgeroepen tot koning van Engeland. Mackay, in dienst van deze Oranje, was onder meer gezagvoerder van een Schotse brigade die een eind moest maken aan de opstandige activiteiten in de Schotse Highlands. Hij werd in 1689 bij Killiecrankie verslagen waarbij 2000 van zijn soldaten de dood vonden.
Volgens sommige geschiedschrijvers heeft de diepe gelovigheid van zijn schoonfamilie grote invloed gehad op Mackay. Hij schreef een aantal boeken over veldslagen en oorlogsrecht. Hij was de uitvinder van de socket bajonet.
De familie Mackay kocht het L-vormige gebouw in de voorhof van Ruiterstraat 14-16. In 1686 wordt ook buurhuis Ruiterstraat 12 gekocht. Waarschijnlijk dateert de brede doorgang tussen Ruiterstraat 14 en 12 van deze datum.
In 1687 werd bovendien een huis in de Nieuwstraat aangekocht waardoor er een achteruitgang voor de panden werd gecreëerd.
In het begin van de 17e eeuw was er een gestage achteruitgang van de welvaart in Zaltbommel. Door de val van ’s-Hertogenbosch was Zaltbommel geen grensplaats meer die om verdediging vroeg. Daarbij kwam de verzanding van de zuidelijke oevers van de Waal ter hoogte van Zaltbommel. Tussen 1640 en 1740 nam het aantal woonhuizen in Zaltbommel af van 900 tot 600 en het aantal bewoners daalde van 4000 tot 2700. De familie maakte dankbaar gebruik van de malaise in de huizenmarkt en kocht steeds meer huisjes langs de Lange Strikstraat op.
Het bezit van de familie Mackay of Scourcy ging over op dochter Anna Barbara Mackay of Scourcy (1684-1743). Zij erfde alle bezittingen in de Ruiterstraat en de Strikstraat. Barbara was getrouwd met Albertus Royaards (1668-1739).
Zij verkocht op 22 oktober 1726 al deze bezittingen omvattende ‘Huysinge Stallen Koetshuis Hoven nefkens een huysje bij Jantje Tonie bewoont’ aan Cornelis Dutry van Haaften.
Bronnen
Prof. ir. Esso J. de Jong. Ongepubliceerd archiefwerk 2005-2010
Isa Masselink-Woltjer. Ongepubliceerd archief onderzoek. Den Haag. 2012-2015
Mei 2017