Ruiterstraat 14
Van 1895 tot 1919 woonde in Ruiterstraat 16 familie De Vries. Zij kochten Ruiterstraat 16 en Ruiterstraat 14, inclusief koetshuis/schuur, voor 3200 gulden van de familie Enthoven die in de schuur en aanpalende panden een spijkerfabriek had.
Johannes (Hannes) de Vries (1865-1942) was in 1893 getrouwd met Anna Mietje (Annamie) Boersma (1863-1942). Zij kregen twee kinderen, beiden in Zaltbommel geboren, Johan Doederus (Jo) de Vries (1894-1981) en Greta (Greet) de Vries (1899-1990). Johan de Vries had drie kinderen: Enriqueta (1929-2012), Jetze (1926-2003) en zijn tweelingbroer Johan (1926). De familie was Nederlands Hervormd. De kinderen van Johan, Hanneke (1954) en Doede de Vries (1957), vertellen het familieverhaal van de periode dat hun overgrootvader in Zaltbommel woonde.
Hannes de Vries is in 1865 geboren in Dokkum waar zijn vader burgemeester was. In 1887 haalde hij het diploma van veearts waarna hij zich vestigde in Hallum en Zaandam om in 1893 naar Zaltbommel te vertrekken waar hij de praktijk van veearts De Bruin overnam. De Bruin was kort daarvoor benoemd tot leraar aan de veeartsenijschool.
Aanvankelijk deed hij zijn visites als veearts te paard. Het paard en de wagen stonden in schuur aan de Strikstraat. Later had hij als een van de eersten een motor en was hij de eerste bewoner in de Bommelerwaard met een auto. De auto met kenteken M97 had hij overgenomen van Prins Hendrik.
De Vries was Rijksveearts en gemeente-veearts van Zaltbommel en op velerlei terreinen actief. Hij was examinator voor de opleiding hoefbeslag, lid van de Keuringscommissie voor de paardenfokkerij, lid van de examencommissie van de veeartsenijschool, medeoprichter van de Boerenleenbank, zat in het bestuur van het Nut, was Rentmeester-secretaris van het Nederlands Hervormd Weeshuis en had zitting in de vorderingscommissie voor legerpaarden tijdens de mobilisatie van 1914. Verder exploiteerde hij een boerderij en verschillende landerijen in de Bommelerwaard en was medeoprichter van de Zaltbommelse Stoomwasscherij. In 1919 werd hij benoemd tot secretaris van het Nederlands trekpaard. In dat jaar verkocht hij zijn huizen (nummer 14 en 16 en koetshuis/schuur en zijn praktijk voor 10.000 gulden aan de jonge veearts Djurre de Jong (1891-1976)). De Vries verhuisde met zijn gezin naar Den Haag. Na zijn Bommelse periode vertegenwoordigde hij het stamboek voor het warmbloedig paard (het trekpaard en de Haflinger) op internationale podia. Hij werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. In 1942 overleed hij in Brummen waar hij de laatste 12 jaar van zijn leven had gewoond. Djurre de Jong, zijn opvolger, schreef een in memoriam over Johannes de Vries. Zoon Johan Doede en dochter Greta, beiden in Zaltbommel opgegroeid, werkten respectievelijk bij de Kamer van Koophandel in Zutphen en Arnhem en bij het secretariaat van het Stamboek voor het warmbloedig paard. Johan Doede was tijdens de algehele mobilisatie tijdens de Eerste Wereldoorlog gelegerd in Breda.
De familie De Vries was eigenaar van Ruiterstraat 14, Ruiterstraat 16 en de grote schuur/koetshuis. Ruiterstraat 14 was in 1919 voor 300 gulden per jaar verhuurd aan dr. Roelof de Boer (1881-1957), leraar aan de Rijks HBS en het zoldergedeelte van de schuur was voor 100 gulden verhuurd aan boekhandelaar Johannes Pieter Elemans (1861-1940). Ruiterstraat 14 was voordat Roelof de Boer er woonde steeds voor een beperkt aantal jaren verhuurd geweest aan verschillende families waarvan de man meestal kandidaat-notaris was of leraar op de HBS.
Djurre de Jong was als dierenarts tijdens de Eerste Wereldoorlog gemobiliseerd en in de functie van paardenarts was hij gelegerd in Zaltbommel. Omdat er vaak weinig te doen was assisteerde de jonge dierenarts af en toe bij de Zaltbommelse veearts Johannes (Hannes) de Vries. Over De Vries vertelt Sjoerd de Jong (zoon van Djurre de Jong) het volgende verhaal. De Vries was de eerste bewoner van Zaltbommel die een auto had. Hij kocht op 2 oktober 1898 een motortricycle (automobiel). Met die aankoop behoorde hij ook landelijk tot de eerste 50 autobezitters. Technisch was hij echter niet zo op de hoogte. In één van de eerste ritten had hij de auto gestart maar kon hem niet meer stoppen. Noodgedwongen bleef hij maar rondjes rijden door de Strikstraat, Nieuwstraat, Boschstraat, Ruiterstraat en als hij langs zijn huis kwam riep hij: ‘Annamie, Annamie, waar is het boek?’. Het werd een gevleugeld gezegde in het gezin De Jong. Als er iets zoek was dan riep men: ‘Annamie, Annamie, waar is het boek?’
In de woonkamer van Ruiterstraat 16, onderdeel van de versiering van de jachtkast waarin geweren werden opgeborgen (inbouwkast), hing in de tijd dat de familie De Vries er woonde een ovaalvormig schilderij. Dochter Greta de Vries bracht in de jaren tachtig van de vorige eeuw een bezoek aan de familie Edens. Zij vertelde toen dat het schilderstuk na vertrek van haar familie uit Zaltbommel door haar ouders was meegenomen. In de herinnering van de familie Edens vertelde zij dat het schilderij indertijd meer waard was dan de verkoopprijs van het huis. Het bleef een mysterie totdat Hanneke en Doede de Vries in 2019 Zaltbommel bezochten en vertelden dat het schilderstuk zich bevindt in het huis van haar ouders en dat notarieel is vastgelegd dat het niet mag worden verkocht aan derden. Het schilderstuk dat in de familie ‘De drie dooie kippen’ wordt genoemd, blijkt van de hand van de zeventiende eeuwse schilder Pieter Jansz Ruyven (1651-1719) van wie zich ook een werk in het Rijksmuseum bevindt. De schilder is geboren in Delft en werkte in Delft, Den Haag en Leiden. Het schilderij wordt in 2020 ter taxatie aangeboden bij het televisieprogramma Kunst en Kitsch.
Bronnen
Gesprekken met Hanneke en Doede de Vries. December 2019
Foto’s uit particulier archief familie De Vries. December 2019
Gesprekken met Sjoerd de Jong en Ruth Kylstra. januari 2014
April 2020