Hoek Ruiterstraat-Kerkstraat Noord
Van 1964 tot 1970 woonde op de hoek van de Ruiterstraat en de Kerkstraat (Kerkstraat 24) de familie Schouten-van Bruchem. Zij kochten het huis voor 30.000 gulden van de heer G. Sinke die het korte tijd daarvoor van de familie Rijnhout had gekocht. In Ruiterstraat 37 (onderdeel van het huis maar een aparte woning) woonde het echtpaar Rijnhout. Piet Rijnhout woonde er tot zijn overlijden in 1982 en Jantje Rijnhout tot 2 jaar voor haar overlijden in 1997.
Drikus (Hendrikus) Schouten (1910-1987) werd geboren in Hurwenen. Hij werkte bij de steenovens in Gameren, Tricht en Geldermalsen en later bij scheepsschroeven bedrijf Van Voorden in Zaltbommel. Drikus Schouten was in 1937 getrouwd met Nees van Bruchem. Zij kregen vier kinderen. De familie was Rooms Katholiek. Ze hadden een Opel Olympia Bestel die bestuurd werd door Nees. Drikus had geen rijbewijs. Drikus gaf in café de Roskam in Hurwenen aan vrienden en bekenden dansles in de Charleston. De kinderen van Drikus en Nees waren:
Arja Schouten (1938-1950). Zij overleed op 12 jarige leeftijd aan een nierziekte.
Metje Schouten (geboren in 1940). Zij is in 1959 getrouwd met Joop van Aalst en woont in Zaltbommel. Ze hebben drie dochters. Metje was het ouderlijk huis al uit toen haar ouders in de Kerkstraat woonden.
Hennie (Hendrikus) Schouten, geboren op 01-12-1942. Hij was getrouwd met Nettie Blokland (1947-1978). Het echtpaar kreeg twee kinderen. Hennie woont in Zaltbommel. Hij vertelt het familieverhaal.
Aart Schouten (1944) is getrouwd met Sjaan van der Meer. Zij hebben twee zoons en een dochter. Ook zij wonen in Zaltbommel.
Nees (Agnesia) Schouten-van Bruchem (1916-2000) was een ondernemende vrouw. Ze verhuisde tientallen keren. Verder kocht en verkocht ze allerlei huizen in Zaltbommel. Zo was ze enige tijd eigenaar van het Stationskoffiehuis (pand van Van der Heijden vlak bij het huidige station). Ze stond met porselein en aardewerk op de markt in Zaltbommel en Tiel en ze bood onderdak aan buitenlandse arbeiders.
Aanvankelijk waren dat Italianen en twee Grieken die zij onderbracht in Boschstraat 59. Meerdere van deze Italianen zijn in Zaltbommel getrouwd en hier blijven hangen. Later kwamen daar Marokkaanse mannen voor in de plaats. Deze buitenlandse arbeiders werkten bijna allemaal bij Chamotte in Geldermalsen, een groot bedrijf waar tegels en aardewerk werden geproduceerd. Zij werden met een busje gehaald en gebracht of gingen met een brommertje naar Geldermalsen. In de tweede helft van de zestiger jaren werkten de meesten bij Van Voorden.
Vanaf 1964 werd het pand op de hoek van de Ruiterstraat en de Kerkstraat het pension voor buitenlandse werknemers. Dat waren aanvankelijk Italianen en later alleen nog Marokkanen. Ze sliepen op de eerste, tweede en derde verdieping met zo’n zes mannen op een kamer. Er was vergunning voor achttien gasten in het huis. Bij nood waren het er soms meer. Dan sliepen ze zelfs op de gang.
De familie Schouten woonde beneden. Ze hadden aan de keuken een soort serre gebouwd die dienst deed als een extra keuken (voor de indeling van het huis voor 1963 zie familie Rijnhout). Het echtpaar sliep in de kamer links van de voordeur. De kinderen sliepen door het hele huis, vaak op zolder. Er waren twee douchecabines, één beneden en één boven. De voordeur in de Kerkstraat werd gedeeld met de buitenlandse gasten. Mevrouw Schouten zorgde voor de maaltijden en ’s ochtends kregen ze een trommeltje met boterhammen mee voor de lunch. De maaltijden hadden een Nederlands karakter, vaak macaroni. Dat moet een grote overgang voor de Noord-Afrikanen zijn geweest. De gasten hadden voor zichzelf geen kookgelegenheid. Een paar keer werd er door de Marokkanen een schaap geslacht achter het huis. Er mocht niet gerookt worden in huis.
Groenten werden gehaald bij van Chiel van Brakel. De bakker was Van Ballegooijen uit Gameren, vlees werd in Geldermalsen gehaald en de melkboer was Van Oversteeg. De huisarts van de familie en voor de Marokkanen was Brumsen.
Het huis werd warm gestookt met drie gaskachels (1 in de serre, 1 in de kamer en 1 boven). Om 23.00 uur moest iedereen binnen zijn. Mevrouw Schouten regelde veel administratieve zaken voor haar gasten: kinderbijslag, ziekenfonds, inschrijving bij de gemeente. Ze belde de dokter als er iemand ziek was en ze had een korte lijn met de politie.
In 1970 werd het huis voor 75.000 gulden verkocht aan de firma Van Voorden. De Marokkanen bleven er wonen. De organisatie binnen het huis bleef in handen van de familie Schouten. De familie zelf verhuisde naar het Stationskoffiehuis aan de Stationsweg, waar ook weer plaats was voor opvang van Marokkanen onder leiding van Nees Schouten-van Bruchem.
Bronnen
Gesprekken met Hennie Schouten. Maart 2016
Foto’s uit particulier archief Hennie Schouten
Mei 2017