Hoek Ruiterstraat-Boschstraat Noord
Al voor 1850 woonde de familie Van de Leur in Boschstraat 51. Klompenmaker Gradus van de Leur (1793-1857) trouwde in 1826 met Maria van Os (1793-1861). Zij had uit een eerder huwelijk met Jan de Graauw (1785-1822) vijf kinderen: Wilhelmina/Mijntje (1813-1879), Anna Maria (1816-1875), Neeske Marianne (1818-1884), Martinus (1820-1886) en Johannes Petrus (1822-1879). Met Gradus kreeg zij nog drie kinderen: Hendrik (1827-1845), Petrus Johannes (1828-1829) en Leonardus (1829-1879).
Na het overlijden van haar stiefvader in 1857 en haar moeder in 1861 werd Mijntje de Graauw de erfgename van Boschstraat 51.
Leonardus van de Leur (landbouwer) trouwde met Johanna van de Laar (1832-1901). Zij kregen acht kinderen: Gerardus Hendrikus (1862- 1927), Johannes (1864-1938), Hendrikus (1866-1948), Anna Margaretha (1868-1926), Adrianus (1869-1946), Johannes (geboren op 10-09-1871), Gradus (Gerardus) (1873-1955) en Maria (1875-1933). Al hun kinderen werden in Boschstraat 51 geboren.
Omdat Leonardus van de Leur net voor zijn halfzus, Mijntje de Graauw, overlijdt wordt zijn vrouw Johanna van de Laar erfgename. Zij woonde met haar kinderen tot 1893 in Boschstraat 51. Daarna verhuisde het gezin naar de Oliestraat en later naar de Oenselsestraat waarna een drietal kinderen in 1920 weer terugkeerden naar hun geboortehuis.
Gerardus Hendrikus van de Leur (1862-1927) werd in 1920 hoofdbewoner van Boschstraat 51. Hij woonde er samen met zijn broers Johannes van de Leur (1864-1938) en Gradus van de Leur (1873-1955) en zijn zus Maria van de Leur (1875-1933).
Toen Gerardus Hendrikus in 1927 overleed werd Johannes de hoofdbewoner. Na het overlijden van Johannes in 1938 werd Gradus de hoofdbewoner. Zus Maria was al in 1933 overleden.
Vanaf 1927 staat Anna Adriana Goesten (geboren in1913) als inwonend geregistreerd. Zij trouwde in 1939 met Hubertus Antonius Vos. Of laatstgenoemde ook in het huis heeft gewoond is onduidelijk. Juffrouw Van der Heijden en juffrouw Knippen (verpleegkundige) woonden boven in de tijd dat alleen Gradus nog in het huis woonde.
Gerardus en Gradus van de Leur waren landbouwers. Johannes werkte bij een wijnhandel als bediende.
De familie was streng Rooms Katholiek. Jan Rombeek vertelde dat zijn vader die in de andere helft van het huis woonde rond 1955 graag het huis van Gradus van de Leur wilde kopen. Maar daar kwam niks van in omdat Rombeek niet katholiek was. Gradus van de Leur zat in het parochiebestuur van de katholieke kerk. Bets de Koning vertelde dat Gradus met haar ouders, die gereformeerd waren, echter wel op zaterdagavond naar het radioprogramma ‘Wij luiden de zondag in’ van Pater de Greve luisterden.
Het huis werd in 1955 verkocht aan de katholieke Zaltbommelse aannemer Hendrikus van der Meijden.
Bronnen
Rapportages van Isa Masselink-Woltjer. Ongepubliceerd 2016
Augustus 2019