Ontstaansgeschiedenis

Bouwgeschiedenis

Gebruiksgeschiedenis

Tuin

Gebruiksgeschiedenis

Ruiterstraat 19

Jacob Johan Christoph Güppertz werd geboren in 1824 in Geldern (Pruissen) en is in 1890 in Zaltbommel overleden. Hij woonde van 1860 tot 1868 in Ruiterstraat 19. Voor 1847 woonde hij ook al op dit adres (Ruiterstraat 344). Hij was knopenmaker en later knopenfabrikant. De familie was Rooms Katholiek.

Jacob Johann Christoph Güppertz was getrouwd met Theodora Joanna Kerstjens (1827-1886). Zij kregen acht kinderen: Anna Maria Lamberdina (1849-1849), Josephus Antonius Johannes (1850-1946 in Zaltbommel), Antoine Hendrik Bernardus (1852-1866), Anna Maria Josephina (1857-1924), Maria Adeleida Lamberdina (1860-1937), Peter Theodoor Johannes (1862-1881), Bernardina Catharina Johanna (1864-1953) en Antonia Dorothea Johanna (1867-1868). De oudste vier kinderen werden geboren in Ruiterstraat (344) en de jongste vier in Ruiterstraat 19. In 1868 verhuist de familie naar Kerkstraat B170. In 1881 komt de familie terug naar Ruiterstraat 19.

Na het overlijden van hun ouders bleven de twee dochters Maria A.L. en Bernadina C.J. in het huis wonen. Zij hadden vanaf 1893 tot 1946 (?) in het pand een winkel in garen en band. Maria overleed in 1937 en Bernadina vertrok in 1946 naar Ammerzoden. In Ruiterstraat 19 woonden van 1881 tot 1892 ook Margaretha Güppertz (1880-1892) en van 1945 tot 1946 Maria E.F. Willems-Güppertz (haar man was in 1945 overleden), respectievelijk dochter en kleindochter van Josephus A.J. Güppertz.

 

 

De in 1924 geboren Jacob Güppertz was knopenmaker. Hij startte in Ruiterstraat 19 een knopenfabriekje. Het bedrijfje werd voortgezet door de volgende generatie Güppertz en het verhuisde later naar de hoek van de Kerkstraat en de Oenselse straat. Toen de zaken goed gingen, kwam er ook nog een filiaal in Kerkdriel.

Toen de familie Güppertz het huis verliet, werd hun plaats ingenomen door de familie Van Maren. Gerard van Maren (1912-1976) was getrouwd met Grada Sannen (1914-2000). Het echtpaar kreeg twee dochters: Hannie (Johanna Hendrika) van Maren, geboren op 12-06-1939 en Marie-Anne (Marie Antonette) van Maren, geboren 12-04-1947.
Achter de voordeur was een gang die helemaal door liep naar de tuin. Er was een kleine voorkamer, de keuken was aan de achterkant en tussen voorkamer en keuken was een klein kamertje. Naast het kleine kamertje was het toilet en de trap naar boven. Boven waren slaapkamers en de kamer van oma Sannen die een aantal jaren inwoonde. Achter het huis was een afgesloten tuin waar ze ondermeer kippen en konijnen hielden. De kippen werden met kerst door de buurman (de heer Visser) geslacht. Na een aantal jaren was het huis zo slecht dat het dak bijna instortte. Als het hard regende stroomde het water via allerlei lekkages het huis binnen. Moeder Van Maren veegde het water over de zwarte tegels van de gang via de voordeur weer naar buiten. Waarschijnlijk was de landbouwer Adrianus schepers (1903-1992) de eigenaar van het pand. In 1951 werd het huis onbewoonbaar verklaard en vertrok de familie naar de Prinses Julianastraat.

 

 

Tot het afgebroken werd in 1957 was Aart van Bruchem de eigenaar. Hij had het pand voor 750 gulden gekocht. Hij woonde met zijn gezin op de hoek van de Heksenwal en de Oenselsestraat en gebruikte Ruiterstraat 19 als schuur en opslagplaats. Aart verkocht kippen, vilde konijnen en mollen en handelde in de huiden van verschillende dieren. Hij was ook betrokken bij het mollenhuis op het Kerkplein. Daar werden de huidjes van mollen met ijzerdraad opgespannen en gedroogd. Aart was ook touwslager en maakte onder andere halsters voor koeien en paarden. Op de Bommelse markt had hij met zijn touwkraam een vaste standplaats, voor het café van Janus Ekelmans. Het touw werd in de Ruiterstraat gedraaid. Aart haalde daarvoor zijn kleinkinderen van school om voor hem touw te draaien. Het touw dat hij maakte werd opgeslagen in Ruiterstraat 19.

 

 

De onbewoonbare woning was in 1957 in elkaar gezakt en een min of meer open plek geworden. De familie Verhoeks kocht de resten van Ruiterstraat 19. Van 1958 tot 1976 woonde de familie Verhoeks in Ruiterstraat 19. Jan Verhoeks (1904-1989) was getrouwd met Teuntje van Brakel (1905-1983). Het echtpaar had vijf kinderen. Trudy, Julia (24-01-1931), Jannie (07-01-1935), Teunis (1938-2002) en Elly (geboren 14-09-1944). Trudy overleed op 25-jarige leeftijd aan hersenvliesontsteking. Verhoeks liet er weer een huis bouwen. Aannemer was Van Willigen uit Gameren. Totale kosten waren 15.000 gulden. ‘Hij rekende altijd alles uit op de achterkant van een sigarendoos.’

 

 

Het huis had rechts een lange gang die uitkwam in een schuur (stond de wasmachine en de fietsen) met toilet. Voor was er een kamer die met schuifdeuren was verbonden met een tweede kamer. Daarachter was de keuken. In de gang, achter de twee kamers, was ook de trap naar boven. Boven waren twee slaapkamertjes aan de voorkant, daarachter de overloop (daar stond een bed) en aan de tuinkant een kamer met balkon voor de ouders. Er was geen zolder of vliering. De tuin bestond uit een verhard gedeelte en daarachter een veldje met aardbeien en aardappels.

 

 

Jan Verhoeks werkte in de wegenbouw en ruilverkaveling (grondverzet). Hij had als bijnaam ‘De pony’. Voor zijn huwelijk reed hij door Nieuwaal met een kar getrokken door een pony. Mensen zeiden dan: ‘Daar komt de pony weer an.’ Zoon Teunis werkte bij Van Voorden scheepsschroeven. Hij woonde al die jaren bij zijn ouders in de Ruiterstraat. Hij ging het huis uit toen het huis in 1976 voor 79.000 gulden werd verkocht aan de familie Feith.

 

 

Kees Feith (1947-1998) was getrouwd met Marjan Pothof (geboren op 09-05-1952). Zij hadden twee kinderen Martine en Rhijn. Kees werkte als autotechnicus bij Volvo Cars Nederland in Beesd.

 

 

Op de eerste verdieping waren twee even grote slaapkamers aan de voorkant en een grote slaapkamer aan de achterkant. De minimale badkamer die hier aanwezig was werd uitgebouwd naar een volwaardige badkamer en het huis werd in 1981 een etage hoger gemaakt waardoor er een slaapkamer en een toilet bijkwam. Er was geen zolder. De verbouwingen werden uitgevoerd door aannemer en buurman Van Est. De tuin was bij de familie Verhoeks een groentetuin. De familie Feith maakte er een bloementuin van. Er was geen schuurtje in de tuin. Na een verbouwing bij Van Hees kregen ze een achterom via de boekbinderij.

 

 

In 1983 verhuisde de familie naar Zweden en werd het huis verkocht aan mevrouw Marietje Vissers. Marietje (Maria Geertruida) Vissers werd geboren in Kerkdriel in 1913. Mevrouw Vissers was onderwijzeres in Den Bosch (BLO onderwijs), Kerkdriel en later in Zaltbommel (in de Nieuwstraat). Daar was ze juf op de Rooms Katholieke lagere meisjesschool. Verschillende mensen die later bij haar in de Ruiterstraat woonden, hadden bij haar als kind in de klas gezeten: Ankie van Empel-van der Velde, Jan van Wordragen. Er was een leuke tuin die werd bijgehouden door Jan Rensen uit de Lange Steigerstraat. Er stond een schuurtje in de tuin van waaruit je via een gangetje achter het huis en de oprit tussen nummer 21 en 23 naar de Ruiterstraat kon.

 

 

In 2009 overleed mevrouw Vissers. Het huis werd door haar erfgenamen verkocht aan haar buren van Ruiterstraat 21, Andrei Miriitskii en Anastasia Novikova. Het echtpaar Mijiritskii-Novikova heeft één dochter. Zij zijn sinds 2002 eigenaar van buurhuis nummer 21. Vanaf 2009 bewonen ze beide panden.

 

 

Bronnen

Gesprekken met Cocky en Elly Tomassen-Verhoeks, Juni 2014
Foto uit particulier archief Cocky en Elly Tomassen-Verhoeks
Bouwtekening uit archief van Andrei Mirijitskii. Juni 2014
Gesprekken met Hannie en Marie-Anne van Maren. Maart 2013 Zaltbommel
Foto en documenten uit fotoalbum Hannie van Maren
Gesprekken met Hennie Schouten. Maart 2016
Foto uit het particulier archief van Hennie Schouten
Gesprekken (telefonisch) met Marjan Feith-Pothof. April 2015
Gesprekken met Gerard Vissers en Geertje van Duynen. Augustus 2014
Foto uit particulier archief Gerard Vissers en Paul van Dijk
Isa Masselink-Woltjer. Ongepubliceerd archief onderzoek. Den Haag. 2012-2016

 

 

November 2017

< terug