Hoek Ruiterstraat-Kerkstraat Noord A 499
Huidig huisnummer:
Kadaster huidig:
Kadaster
tussen 1830 en 1850:
tussen 1850 en 1860:
tussen 1860 en 1880:
tussen 1881 en 1893:
tussen 1893 en 1920:
tussen 1920 en 1930:
vanaf 1930:
Perceelgrootte in 2020:
Perceelgrootte in 1830:
Coordinaten:
Op het eerste oog vormt het huis op de noordelijke hoek van de Kerkstraat en de Ruiterstraat één geheel. Het huis heeft echter een huisnummer in de Kerkstraat en een huisnummer in de Ruiterstraat. Het huis wordt door twee families bewoond.
Het is een diep huis waarvan de kopgevel in de Kerkstraat staat en de lange zijde in de Ruiterstraat. Het zadeldak met rode Oudhollandse pannen ligt evenwijdig aan de Ruiterstraat. In deze vorm komt het pand al voor in 1650 op de kaart van Johannes Blaeu.
Aan de Kerkstraat werd het in die tijd geflankeerd door een aantal parallelle huizen en aan de Ruiterstraat sloten eveneens enkele diepe huizen direct op de achtergevel van het pand aan. Deze situatie is ook op de kadastrale minuut van omstreeks 1830 goed te zien. Het pand heeft kadastraal nummer 499.
In de loop van de 19de en 20ste eeuw is het perceel groter geworden zoals uit de huidige situatie blijkt. Kadastraalnummer 500 (zie de weergave van de kadastrale minuut) is er bijgetrokken, evenals het achterste deel van kadastraal nummer 498. De bebouwing die stond op kadasternummer 500 is in 1976 of 1977 afgebroken door de toenmalige eigenaar.
De bebouwing van kadasternummer 500 staat nog overeind. Foto uit de collectie van Richard Menken.
Van de volledig bebouwde grond van de percelen 499, 500 en achterste deel 498 is in de huidige toestand een L-vormige bebouwing overgebleven (zie plattegrond).
Het is samengesteld uit een voorhuis, een achterhuis en een zijhuis (dit ligt achter het huidige Kerkstraat 22 en 18). Het voorhuis vormt met het zijhuis thans de woning van de bewoners van Kerkstraat 24. Het achterhuis wordt bewoond door bewoners van Ruiterstraat 37. Om de bewoners van Kerkstraat 24 van het voorhuis naar het zijhuis te laten gaan is er een doorgang in het achterhuis.
Tijdens de verbouwing van zowel 1985 als die van 2008 werd de voorgevel ontpleisterd. Veel bouwsporen uit het verleden kwamen in beeld. Zo kende de gevel een hoge begane grond met drie boogvormige nissen waarin de kruisvensters en de voordeur waren opgenomen. Ook de zolder had twee van dezelfde nissen. Uit de bouwsporen valt op te maken dat de gevel bekroond werd met een trapgevel.
Door de ontpleistering van de zijgevel langs de Ruiterstraat in 1985 werd duidelijk dat het baksteenformaat groter is dan dat van de voorgevel, bovendien gelegd in een onregelmatig metselverband. Hieruit blijkt dat de zijgevel ouder is dan de voorgevel. Ook hier zijn vele bouwsporen terug te vinden die wijzen op verschillende verbouwingen. Zo is uit twee dichtgemetselde vensteropeningen op te maken dat er oorspronkelijk een kelder is geweest. Later zijn deze kelders dichtgegooid waardoor het vloerniveau aanmerkelijk zakte.
Na deze vloerverlaging volgde een ingrijpende wijziging van de ramen aan de Ruiterstraatzijde. In plaats van de achttiende eeuwse vensters kwamen er in de negentiende eeuw rijzige nieuwe vensters met sponningen en buitenluiken. Of er toen al sprake was van zelfstandige bewoning van nummer 37 is niet duidelijk. In elk geval zijn de huidige voordeur en het raam daarboven in 1931 geplaatst.
De kopgevel van het achterhuis (de achterkant van het grote huis) was een blinde muur omdat hier altijd bebouwing tegen had gestaan. Nadat deze aangrenzende bebouwing was afgebroken konden de huidige deuren en ramen worden aangebracht.
Er is door Karel Emmens een zeer uitgebreide studie van de balken in de verschillende delen van het huis gemaakt. Zie daarvoor zijn artikel in Tussen Voorn en Loevestein. Uit deze studie komt onder meer naar voren dat er tegen de brandmuur tussen voor- en achterhuis op de begane grond een grote haardpartij moet zijn geweest, passend bij bijvoorbeeld een smederij of een bakkerij.
Uit de balklagen kan ook herleid worden dat het voorhuis een hoge begane grond had met een (hoog) plafond dat overeenkomt met de huidige zoldervloer. Door deze hoogte was het mogelijk een hangkamer of insteekverdieping aan te brengen. Deze tussenverdieping komt op meer plaatsen voor in de stad. In de vroege negentiende eeuw werd de tussenverdieping uitgebouwd tot een volwaardige verdieping die tot de voorgevel doorloopt.
Zowel op het voor- als het achterhuis van Kerkstraat 24/Ruiterstraat 37 bevindt zich een oude dakconstructie. Het zijhuis heeft een plat dak. Oorspronkelijk zal ook dit bouwdeel een dak gehad hebben. Mogelijk lag dit in het verlengde van het zadeldak van Kerkstraat 18-22, zoals op de kaart van Blaeu is aangegeven.
Het zadeldak overkapt ononderbroken het voorhuis en het achterhuis. Het is een bekende constructie die tussen de veertiende en de zeventiende eeuw werd toegepast. De zoldervloer van het achterhuis ligt echter een meter hoger dan in het voorhuis. Het voorhuis heeft dus een hogere dakconstructie dan het achterhuis.
Hieronder staan de plattegronden van de eerste verdieping en van de zolder. Bij de tekening van de zolder is te zien dat de vloerniveaus verschillend zijn. De zoldervloer van het achterhuis ligt een meter hoger dan die van het voorhuis. Aangezien het zadeldak ononderbroken doorloopt van voor- naar achterhuis, heeft het voorhuis een hogere dakconstructie dan het achterhuis.
Bronnen
Vrijwel alle bovenvermelde gegevens en illustraties zijn met toestemming van de auteur overgenomen uit: Karel Emmens. Achter het pleisterwerk van Kerkstraat 24/Ruiterstraat 37. Tussen Voorn en Loevestein nr. 148, 2013, pp 1-11
Over het jaar waarin de schuur werd afgebroken is overlegd met Peter van der Paauw en mevrouw Van der Paauw september 2014
December 2017