Hoek Ruiterstraat-Kerkstraat Zuid (De Trippen)
Familie De Vries Robbé
Vanaf 2013
De huidige bewoners zijn Arnold en Froukje de Vries Robbé. Zij huren het huis, dat bekend staat als de Trippen, van Vereniging Hendrick de Keyser. Ze wonen er vanaf 2013. Voor hen woonden er
Abel Posma en Fetiche Posma-Zaalouk
Van 2003 tot 2013
Abel Posma en Fetiche Posma-Zaalouk woonden er vanaf 2003. Zij hebben twee zonen, Adam en Michael. Zij huurden het huis van Vereniging Hendrick de Keyser. Voor hen woonden er
Lammechien en Johannes van de Walle
Van 1984 tot 2003
Lammechien en Johannes van de Walle woonden er vanaf 1984. Lammechien had in het huis een antiekzaak ‘De Trippen’. Johan van de Walle overleed in 2000. Lammechien woonde er daarna nog drie jaar. Zij huurden het huis voor 1800 gulden van Vereniging Hendrick de Keyser. Voor hen had het huis anderhalf jaar leeg gestaan. Daarvoor woonden er
Toon Bartels en Nelleke Geesink
Van 1974 tot 1982
Toon Bartels en Nelleke Geesink woonden vanaf 1974 op de hoek van de Ruiterstraat en de Kerkstraat. Het huis werd in dat jaar voor het eerst in de huidige vorm, na een langdurige restauratie, door Vereniging Hendrick de Keyser verhuurd voor 1200 gulden per maand. Voor hen woonden er
Vereniging Hendrick de Keyser
Van 1961 tot 1974
In 1962 werd het huis aangekocht door de Vereniging Hendrick de Keyser. De restauratie volgde in de jaren 1972-1974. In die tussentijd werd het pand aan diverse mensen verhuurd. Zo huurde de familie Van Hees het pand in 1964 voor 56 gulden per maand. Ook Geertje van Alphen-Schaaij (1873-1963) en haar dochter Dien van Alphen (1902-2000), vrouw en dochter van bakker Van Alphen uit de Kerkstraat, hebben er in die periode gewoond. Vereniging Hendrick de Keyser kocht het pand van waarschijnlijk de familie Philips die het pand hadden gekocht van
Chiel en Riek van Brakel
Van 1954 tot 1961
Chiel van Brakel was getrouwd met Riek (Frederika) Roza. Zij hadden twee kinderen: Marrie en Jaap. In de schuur aan de Ruiterstraat hadden zij een groentewinkel. Zij huurden aanvankelijk het pand voor 8.82 gulden per week, later kochten zij het huis voor 6000 gulden van
Kees en Frederiek Spiering
Van 1917 tot 1954
Kees Spiering (1869-1951) en Frederiek van Lopik (1876-1954) hadden één zoon, Johan. Johan trouwde met Dirkje Rijnhout en woonde na zijn huwelijk ook in dit pand. Dirkje was de zus van Piet Rijnhout die vanaf 1946 op de andere hoek van de Ruiterstraat met de Kerkstraat woonde. Het echtpaar had vier kinderen: Jannie, Rie, Adrie en Kees. Vader en zoon waren groenteventers in Eindhoven. Hun opslagruimte was in de schuur aan de Ruiterstraat.
Cornelis van Santen
Van 1885 tot 1917
Cornelis (Coen) van Santen (1843-1922) was niet getrouwd. Hij was sjouwerman van beroep. Inwonend was Jansje de Heus (1834-1909). Er was duidelijk sprake van minstens dubbele bewoning van het pand. In het dagboek van P.J. van Santen wordt vermeld dat het huis in die tijd uit twee wooneenheden bestond. Op de hoek met de Ruiterstraat woonde Coen van Zanten en Meneer Pin. In het zuidelijk deel van het pand woonde Bart van Hattum.
Meeuwis Pin
Van 1887 tot 1895
Meeuwis Pin (1839-1907) was in 1864 getrouwd met Adriana Maria van de Visser (1836-1877) en later met Dirkje de Heus (geboren 1840). De heer Meeuwis had twee kinderen: Willem (geboren in 1870) en Meeuwisina (geboren in 1883). De heer Meeuwis was sjouwerman en wisselwachter bij de spoorwegen. De familie Nederlands Hervormd.
Familie Oosthoek
Van 1855 tot 1870
Willem Oosthoek (geboren in 1833) was getrouwd met Antonia Hoskam (geboren 1828). Hun kinderen waren: Mens Kasper (1856), Hendrika Geertruida (1858), Johanna Antonia (1862), Catherina Maria Johanna (1864), Gerritje Dirkje (1868). Willem Oosthoek was sigarenmaker. De familie was Nederlands Hervormd.
Wisselende bewoning
Van 1862 tot 1912
Van 1862 tot 1912 wisselden de bewoners frequent en woonden er meerder bewoners/families tegelijk in het pand. Zo woonden er familie Terwoert-Kromboom (van 1862 tot 1865), familie Cretier-Kaasjager (van 1865 tot 1866), familie Burggraaf-Verhoek (van 1869 tot 1871), familie Engelen-ten Cate (van 1871 tot 1873), familie Bodee-Kooijmans (van 1873 tot 1884), familie Van Bruchem-Blom (van 1875 tot 1879), familie Peijnenburg-van Dam (van 1879 tot 1880), familie Hamaker-van Someren (1880), familie Van der Velde-Westerlaken (van 1880 tot 1882), familie Hoogendoorn-Blommers (1886), familie Van Osch- van der Linden (1895), familie Polder-van Hattum (1895-1902), Neeltje de Zwart (van 1900 tot 1906), familie Bernard Jansen-van Traa (van 1902 tot 1903), familie Jan van Maren-van Willigen (van 1905 tot 1906), familie Schalk-van Bruchem (1906), familie Hendrikus Schlosser-van Batenburg (van 1906 tot 1912).
Adrianus van Beurden
Voor en na 1832
Adrianus van Beurden was eigenaar van het hoekpand De Trip (A 419) volgens de Kadastrale Atlas Gelderland 1832. Het zuidelijk deel (De Arck) was ook weer gesplitst. Het deel dat grensde aan het hoekhuis kadastraal genummerd A 420 bis was eigendom/werd bewoond door de weduwe G. van der Vaart, bakster van beroep. Het andere deel ( A 420) was eigendom/werd bewoond door de Bommelse schipper Arend van der Vaart. Een andere schipper, Casper van der Vaart, was eigenaar van Ruiterstaat 33 schuin aan de overkant van de straat. Een generatie later, van 1860 tot 1885, woonde schoenmaker Van der Vaart in Ruiterstraat 31.
Familie Van der Poot
Van 1798 tot ??
Chirurgijn en vroedmeester J. van Tekelenburg erfde het huis van jonkvrouw Petronella Helena Catharina Ruijsch. Hij verkocht aan Adrianus van der Poot (1764-1804) en diens echtgenote Helena Korstenbroek (geboren in 1757) ‘Een Huijs, en Erff, in de Kerkstraat langs en op de hoek van de Ruijterstraat, en zich strekkende tot aan de Strikstraat’. De familie was Rooms Katholiek. Het lijkt niet waarschijnlijk dat ze ook in het huis hebben gewoond.
Familie Ruisch
Van 1789 tot 1798
Jonkvrouw Petronella Helena Catharina Ruijsch uit Waardenburg kocht het huis voor haar zus Gijsberdina Diederica Johanna Ruysch, weduwe van Johan Meijer, in leven kapitein leutenant onder een regiment Zwitsers, ten dienste van de Staat der Nederlanden. De jonkvrouw kocht het huis voor 1820 gulden (waarschijnlijk inclusief het perceel waarop nu Ruiterstraat 20 staat) van
Laurens van Herwijnen
Van 1763 tot 1789(?)
Laurens van Herwijnen was op 28-04-1763 getrouwd met Anna van der Steen (begraven in 1777). Zij hadden vier kinderen: Johanna Maria (geboren 1764), Gijsbertus (1768-1769), Gijsberta (geboren 1770) en Antonia (geboren 1774). Hij kocht het huis voor 721 gulden van
Willem van der Lingen
Van 1743 tot 1763
Willem van der Lingen trouwde twee keer. Zijn eerste vrouw was Swera Vondel. Zijn tweede vouw heette Elisabeth van Pouderoijen. Willem van der Lingen was brouwer van beroep. Hij kocht het huis voor 700 gulden van
Familie Essenius
Van1729 tot voor 1743
Leonard Essenius (1676-1748) trouwde met Cornelia Wiselius (1668-1714). Uit dit huwelijk werden geboren: Samuel (1702-1762), Libertus (1708-1756) en Arnolda (1708-1790). Na zijn afstuderen als theoloog bekleedt Essenius de functies: Schepen van Zaltbommel, burgemeester van Zaltbommel, curator van de Geldersche academie(1711), lid van de Geldersche synode (1711), schepen van het Hoog Gericht van Driel, ordinaris gecommitteerde ter vergadering van de Staten-Generaal van Nederland wegens Gelderland en lid van de Raad van State. Zowel Samuel als Libertus studeerden rechten in Harderwijk. Ze bekleedden na hun studie in en rond Zaltbommel allerlei regentenfuncties, waaronder die van burgemeester van Zaltbommel.
De jongste van de drie kinderen, dochter Arnolda (1708-1790) woonde als laatste van de familie Essenius in het huis op de zuidelijke hoek van de Ruiterstraat en de Kerkstraat. Zij was de erfgename omdat haar beide broers al in 1748 en 1762 waren overleden. Haar vader was dus een belangrijke regent en onder andere burgemeester van Zaltbommel. Haar grootvader (Dr.Libertus Essenius, studeerde geneeskunde in Utrecht en Leiden, getrouwd met Petronella van Hemert) was geneesheer in Zaltbommel. Vanaf wanneer en tot wanneer de familie er gewoond heeft is niet duidelijk. Arnolda woonde er tot aan haar dood. Zij kochten het huis voor 100 gulden van
Hendrik van Ravesteijn
Van ?? tot 1729
Hendrik van Ravesteijn (1693-1750) was getrouwd met Metta de Ruuk (1697-1755). Ze hadden een dochter Johanna van Ravesteijn (1724-1759). De vader van Hendrik was de portretschilder Nicolaas van Ravesteijn (1661?-1750?) en zijn moeder Margaretha de Lange. De grootouders Hendrik van Ravesteijn en Agnes van Doorn. De familie verbanden zijn niet helemaal duidelijk.
Willem Stout
Omstreeks 1717
Willem (Guillaum) Stout was getrouwd met Isabella Moliaert. Zij hadden een zoon Otto Stout. In 1695 is er een civiel procesdossier over Otto en zijn moeder.
Jacob Trip
Van 1543 tot omstreeks 1600
De broers Elias Trip (1570-1636) en Jacob Trip (1576-1661) werden in Zaltbommel geboren. Zij waren zonen van Jacob Jansz Trip (geboren omstreeks 1530) en Jacoba de Cock (overleden 1589), een schoenmakers- of klompenmakersfamilie. Een Trip is een klomp met een lerenband. In het logo van de Trippen zijn drie van dergelijke klompjes te zien. Elias en Jacob huwden met de zusjes Marie en Marguerite de Geer, dochters van een ijzerhandelaar uit Luik.
Jacob bleef in Zaltbommel en was aan het begin van de 17e eeuw waarschijnlijk de bewoner van Kerkstraat 26. Mogelijk vestigde ook hij zich later in Dordrecht. Elias vestigde zich al vóór 1600 in Dordrecht en verhuisde later naar Amsterdam. Hij werkte in de ijzer- en wapenhandel.
Jan in de Trip
Van 1527 t0t 1543
Jan Gerritsz (1490-1561), ook wel Jan in de Trip genoemd, was eigenaar van het huis tussen 1527 en 1543. Hij was de zoon van Gerrit Jansz., of te wel Gerrit in de Trip die in 1495 wordt vermeld als inwoner van Zaltbommel. Jan was getrouwd en zijn zoon was Jacob Jansz Trip. Jan was schipper. In 1528 verkocht hij zijn schip in Dordrecht. Zeven jaar later was hij pachter van het Waalveer van Zaltbommel.
Juli 2023