Ruiterstraat 7
Jan van Oosterom (1887-1971) was op 5 jarige leeftijd wees. Hij werd slagersknecht. Waarschijnlijk is hij in 1913, in het jaar dat hij trouwde, op de hoek van de Ruiterstraat en de Boschstraat komen wonen en begonnen met een slagerij.
Clasina van Stralen (1894-1982) was een zus van (Wien) Emalien en Johan van Stralen, beiden ongehuwd, die evenals haar ouders aan de overkant van de Boschstraat een sigarenwinkel hadden (zie foto hieronder).
Roel (Roelof) van Oosterom (1913-2003) werd geboren in Zaltbommel. Hij trouwde met Riek (Hendrika Wilhelmina) Breddels (1915-2006), een zus van Joan Aalders-Breddels van de drogist. Zij kregen een zoon (Jan jr.) en een dochter. Roel werkte aanvankelijk bij de belastingdienst in Zaltbommel. Tijdens de oorlog verhuisden ze naar Zaandam, daar werkte Roel als belastingconsulent. Roel speelde verdienstelijk piano en trad regelmatig op als pianist bij stomme films in de bioscoop. Ook was hij pianist in de Bommelse band ‘The Jungle Serenaders’.
Riet (Maria Elisabeth) van Oosterom (1919-2006) trouwde met Jan (J.R.) Govaars (1916-1996). Ze hadden één dochter, Irene, en woonden in Haarlem. Kleinzoon Jan van Oosterom en kleindochter Irene Govaars vertellen het familieverhaal.
Bij binnenkomst van de winkel stond de toonbank rechts, parallel lopend aan de Ruiterstraat. De toonbank had een glazen bovenkant en maakte hierdoor een moderne indruk. Achter in de winkel stond de koelcel, met daarop de motor. De koeling was elektrisch. Aanvankelijk werd alleen met ijsblokken gekoeld.
In de slagerij aan de Ruiterstraat-kant slachtte Van Oosterom varkens en koeien. ‘Na het slachten stonden er plasjes bloed op straat’, meldden verschillende ooggetuigen. Anderen herinneren zich de knallen wanneer een koe of varken werd doodgeschoten. Later slachtte Van Oosterom samen met slager Hen van Steenis in de Gamerschestraat. Op de plaats waar eerst geslacht werd hingen later een schommel en ringen voor de kinderen.
Slager Van Oosterom had altijd goede collegiale relaties gehad met slager Hen van Steenis (1905-1988) (en daarvoor met diens vader Thomas van Steenis die leefde van 1878 tot 1958) in de Gamerschestraat, slager Veluw in de Koningstraat en slager Tijssen in de Boschstraat. Zij hielpen elkaar bij het slachten. Toen Jan van Oosterom de slagerij verkocht aan Peter de Vries en ging wonen op Ruiterstraat 7, hielp hij op maandag slager Hen van Steenis met slachten en darmen schrappen (om worst te maken). Aan eind van de werkdag kreeg hij een borreltje dat tot aan de rand moest zijn gevuld.
Mevrouw Van Oosterom hielp mee in de winkel. Ze hadden ook een knecht (Adje Stehmann) die met de bakfiets (mand voorop) vlees rondbracht in Zaltbommel en aangrenzende dorpen. De kinderen, Roel en Riet, werkten niet mee in de slagerij. Oma wilde dat niet, studie en pianolessen kregen voorrang.
Aan de Boschstraat-kant bevond zich een grote zitkamer die alleen op zon- en feestdagen werd gebruikt. Het huis werd verwarmd door kolenkachels.
Verder had het huis een grote tuin die deels grensde aan de tuin van nummer 8 waar Van Lookeren Campagne woonde en waar later het klooster was gevestigd, met als afscheiding een oude gemetselde muur. Lopend vanuit het huis naar de tuin was er een grote kersenboom en links een schuur. Achter in de tuin bevonden zich, naast de kleinere beplanting, appel- en perenbomen en een goudenregen.
Ze hadden katten, een hond, een geit en Roel had een groot hok met postduiven. Ze hadden geen auto. Roel huurde soms een auto voor 2,50 gulden per dag om uitstapjes te maken in de omgeving naar o.a. de IJzeren Man of naar Piet Mulder voor een thee complet.
Door de drukte van de slagerij was vrije tijd beperkt. In het weekend werd er gewandeld over de stadswallen. Slager van Oosterom ging regelmatig biljarten in café Gottschalk, waarbij een glaasje oude jenever werd gedronken. Een enkele keer ging hij vissen. Hij speelde tuba bij harmonie ‘Euterpe’. Oma had als hobby hoeden maken. Soms waren er uitstapjes met de trein naar Den Bosch, Utrecht of Amsterdam.
In de tijd dat de familie Van Oosterom in de slagerij woonde op nummer 2 was nummer 4, dat nu bij de slagerij hoort, een apart huisje met een eigen opgang die toegang gaf tot een kleine bovenwoning. Daar woonde van 1901 tot 1952 het echtpaar Vinck met hun kinderen en van 1952 tot 1961 Nel en Henk van Lopik met hun zoon Nico. Onder deze woning was de slagerij waar aanvankelijk de koeien en varkens werden geslacht.
Op 1 maart 1954 verkochten ze de slagerij aan Peter en Lenie de Vries. Van Oosterom had toen meer dan 40 jaar de slagerij gehad. Ze verhuisden naar Ruiterstraat 7. Mogelijk waren ze al enige jaren daarvoor eigenaar van dat huis. Voordat ze het huis betrokken was het geheel opnieuw opgetrokken en verbouwd. Na de verhuizing hielp Van Oosterom af en toe nog bij slager Van Steenis in de Gamerschestraat.
Ruiterstraat 7 had een kleine entree. De voorkamer was smal en de aansluitende achterkamer was breder. Daarachter bevond zich, in de vorm van een uitbouw, de keuken, de wc en de berging. Naast de uitbouw was een betegelde binnenplaats aansluitend op een kleine tuin. Aan de voorkant was een hardstenen stoep, met als afscheiding gietijzeren hekjes.
In de achterkamer stonden naast de haard (kolenkachel) twee grote stoelen, in het midden stond een eettafel en tegen de wand een kast. Ook in de voorkamer (zondagse kamer) stond een grote kast waarin ondermeer een aantal ingebonden jaargangen van het tijdschrift ‘De Prins’. In deze kamer werd niet gewoond, het was er koud.
Jan van Oosterom overleed in 1971. Clasina van Oosterom-van Stralen verkocht in 1977 het huis aan de familie Groen. Zelf verhuisde ze naar het bejaardenhuis in Gameren en later naar een bejaardenhuis in Haarlem (daar woonde haar dochter). Ze overleed in 1982.
Bronnen
Gesprekken met Jan van Oosterom jr., Irene Govaars. December 2014
Foto’s uit particulier archief van Jan van Oosterom en Irene Govaars. December 2014
Advertenties uit het Streekarchief Bommelerwaard.
Onderzoek Reina van der Wal. September 2014
Januari 2017