Ruiterstraat
portret van een straat
Wie wonen er nu
Wie woonden er vroeger
Familiegeschiedenissen
Achtergronden

Familie Menken

Ruiterstraat 10

De familie Menken woonde van 1949 tot 1959 bij de familie Van Lookeren Campagne in de Ruiterstraat 10. Gerard Menken werd geboren in 1919. Hij was de zoon van een gereformeerde dominee in Genderen. Hij woonde tot 1944 bij zijn ouders waarna hij vertrok naar het nabijgelegen Nederhemert. Hij trouwde in de oorlog in Giethoorn met Johanna (Hanna) van Tilburg (geboren 17-09-1920) uit Wijk en Aalburg en vestigde zich na de oorlog in Zaltbommel.

 

Doop Richard

Op weg naar de kerk voor de doop van Richard (1947)

 

Aanvankelijk woonde het echtpaar in de Gasthuisstraat (27 of 25) en vanaf 1949 namen ze hun intrek in Ruiterstraat 10. Hun oudste zoon Richard (14-05-1947) was geboren in de Gasthuisstraat en in de Ruiterstraat kwamen Albrecht (24-07-1952) en Christa (6-11-1956) ter wereld. Toen het huis in de Ruiterstraat verkocht werd in 1959 verhuisde het gezin naar Kerkstraat 30. In 1962 vertrok het gezin naar Nijmegen, waar ze woonden tot de scheiding van het echtpaar in 1969. Gerard Menken vestigde zich in Kloetinge (bij Goes), trouwde met Hennie Kreiter en werd katholiek. Daar woonde hij de rest van zijn leven. Hij kreeg uit zijn tweede huwelijk nog een zoon, Quirijn. Hij overleed in 2004, op 85 jarige leeftijd. Mevrouw Menken van Tilburg overleed in 2010. Hennie Kreiter woont nog in Kloetinge

 

Quirijn

Dhr. en mevr. Menken bij de doop van Richard (1947)

 

Richard Menken is kunstenaar en schrijver, hij gaf les aan de kunstacademie in Arnhem. Hij werkt aan een groot multimedia project over het Palestijns-Israëlisch conflict. Hij woont in Amsterdam.

Albrecht Menken volgde de kunstacademie en is docent handvaardigheid en fotografie aan een middelbare school in Hengelo.

Christa Menken emigreerde naar Egypte, bekeerde zich tot de Islam en woont in Caïro waar ze muziekles geeft aan een Engelse school.

 

Gerard menken met 3kinderen

Gerard Menken met de drie kinderen Richard, Albrecht en Christa in woonkamer, harmonium op de achtergrond. Het tweede schilderij van Links is van Jo Koster ‘Het varkenshoedstertje’. Het is later in Nijmegen uit hun huis gestolen (1958)

 

Gerard Menken was van 1948 tot 1962 organist van de Sint-Maartenskerk in Zaltbommel. In deze periode deed hij staatsexamen orgelspel en voltooide het conservatorium voor schoolmuziek en koordirectie. Menken was in Zaltbommel bekend als muziekdocent en tekenleraar. Verder was hij dirigent van een aantal koren in de Bommelerwaard. Een enkele keer speelde hij op het carillon van de Gasthuiskapel.

Muziek was zijn belangrijkste bron van inkomsten maar zijn grote passie was de schilderkunst. Al voor zijn Bommelse periode maakte hij kennis met Willem Witjens en ging hij in de leer bij Matthieu Wiegman en Jaap Min. In de Ruiterstraat maakt hij kennis met Truus van Hettinga Tromp (1872-1962), een bekende schilderes uit de school van Bremmer. Zij was de zus van mevrouw Van Lookeren Campagne en schilderde in de Ruiterstraat dagelijks aan kleine gepointilleerde stillevens. Gerard Menken erft de schilderkist en enkele schilderijen van Truus van Hettinga Tromp.

 

gerard achter het orgel

Gerard Menken achter het orgel van de Sint Maartenskerk (winter 1957)

 

Gerard Menken heeft een levenlang geschilderd. Hij schilderde landschappen, stads- en havengezichten, stillevens en portretten. Zijn werk is zowel figuratief als abstract. Hij heeft een groot aantal tekeningen, aquarellen en schilderijen gemaakt van Zaltbommel. Hij exposeerde met enige regelmaat in Nederland en Frankrijk. In … was er een expositie in Galerie 1632 in de Ruiterstraat. Het werk van Gerard Menken is te vinden in particuliere collecties. De Douwe Egberts collectie bevat werk van Menken en ook in het Maarten van Rossem Museum in Zaltbommel is zijn werk te zien. In zijn huis in Kloetinge is nog steeds werk te koop.

 

menken schildert in huiskamer

Menken schildert in de huiskamer (1955)

 

In een gesprek met Richard Menken (december 2013) beschrijft hij zijn kindertijd in de Ruiterstraat als één groot avontuur. Het was een paradijselijke tijd met veel speelruimte in het huis en vooral in de tuin. Totale vrijheid. De tuinen van nummer 8 (het koetshuis) en nummer 10 vormden één ommuurd geheel (er is pas in 1983 een scheiding aangebracht). De tuin achter nummer 10 was gecultiveerd maar het achterste deel van nummer 8 en 10 was puur speelterrein. ‘Daar konden we hutten bouwen, gangen graven en ons eindeloos verstoppen.’ Er was een groentetuin en een kasje achter nummer 8 en er werden kippen en konijnen gehouden. Er stond een reusachtige kastanjeboom achter het koetshuis. ‘Als we over de muur klommen kwamen we bij mijn vriendje Dicky Recter.’ Andere vriendjes en vriendinnetjes waren Joke Kaasjager, Martien van der Donk en Hans van Santen. Bij de laatste mochten ze op woensdagmiddag televisie komen kijken.

 

uitje met het kompas

Uitje met ‘Het Kompas’ met links Hans van Santen, midden Richard Menken, rechts John Ansing en links achter Gerard van de Heuvel. Op de achtergrond de groentekar van Van Brakel met zijn jongste zoon Japie op de bok (1955)

 

Ook in het huis waren ruime speelmogelijkheden. Allerlei kinderen uit de buurt herinneren zich dat ze op nummer 10 speelden: Wijnand van der Flier, Hannie van Maren. Het huis op nummer 10 liep op diverse plaatsen door in nummer 8 (het koetshuis). Zo was er onder het platte dak van het koetshuis een grote hooizolder (werd timmerzolder genoemd) waar je eindeloos kon spelen. Zo had Richard daar het kantoor gebouwd van de Verenigde Naties waar hijzelf de directeur van was.

 

zelfgemaakte auto

Richard en Albrecht met zelfgebouwde auto bij poort van het Koetshuis (1955)

 

Een grote attractie voor de kinderen was het naar beneden glijden op de leuning van de achttiende eeuwse eikenhouten trap, van driehoog naar de begane grond.

Veel beperkingen werden er aan de kinderen niet opgelegd. Ze moesten alleen stil zijn voor juffrouw Van Hettinga Tromp. Zij was de zus van mevrouw Van Lookeren Campagne en woonde ook op de eerste etage. Zij schilderde en aangezien ze helemaal was kromgegroeid zat ze bijna met haar neus op de penseelharen.

Richard ging naar de Christelijke school in de Nieuwstraat (hoofd van de school was Wim Zweers).

 

sleetje rijden

Dicky Recter trekt het sleetje met Albrecht Menken (winter 1955)

 

De familie Menken woonde op de eerste etage van Ruiterstraat 10. De kamer links aan de voorkant was de woonkamer. Daar stond een harmonium en een piano. De andere kamer aan de voorkant was de slaapkamer van de ouders. Het appartement op de eerste etage liep door naar de eerste etage van het koetshuis. Daar was een keuken, een badkamer en aan de voorkant de kamer van Richard. Op zolder aan de noordkant was het atelier.

De familie Menken waande zich in de Ruiterstraat terug in de negentiende eeuw met een huishoudster, iemand in de keuken, de naaister mevrouw Quaadgras die ook in het koetshuis woonde en een zuster (zuster Van Dongen) die de hele dag strak in verpleegkundig tenue door het huis liep. Ook zij woonde in het koetshuis. Verder was er een tuinman voor enkele dagen in de week en iemand die de kolen schepte in de ketel van de centrale verwarming. Beneden woonde alleen mevrouw Van Lookeren Campagne-van Hettinga Tromp. Haar man was in 1947 overleden.

 

 

Bronnen
Gesprekken met Richard Menken in december 2013
Gesprekken met Hennie Menken-Kreiter. Zomer 2016

 

 

April 2017